Darrow had in vrede kunnen leven, maar zijn vijanden verklaarden hem de oorlog. De Gouden overheersers eisten zijn gehoorzaamheid, hingen zijn vrouw op, en hebben van zijn volk slaven gemaakt. Maar Darrow is vastbesloten terug te vechten. Hij riskeerde alles door zichzelf te transformeren en zo in de Gouden maatschappij te infiltreren. Hij heeft gevochten om de genadeloze rivaliteit te overleven die de machtigste krijgers van de Gemeenschap voortbrachten, hij wist op te klimmen tot de hoogste rangen, en hij heeft geduldig gewacht met het ontketenen van de revolutie die de hiƫrarchie van binnenuit zal breken.
Eindelijk is de tijd gekomen.
Maar het plichtsbesef en het verlangen naar wraak zitten diep, aan beide kanten. Darrow en zijn wapenbroeders staan tegenover een vijand zonder geweten of genade. Onder die vijanden zijn er die Darrow ooit als vrienden beschouwde. Om te winnen moet Darrow degenen die geboeid en gebroken in de duisternis opgroeiden zien te inspireren. En moet hij ervoor zorgen dat ze hun ketenen verbreken, om een einde te maken aan de wereld die hun wrede meesters hebben gemaakt, en om zo het bestaan op te eisen dat hun zo lang geleden is ontnomen. Een bestaan dat te mooi is om op te geven.