Dit is het verhaal van De Stad, oneindig groot, zo lijkt het, want door de eeuwen heen werden de ongenaakbare muren door nieuwe generaties naar alle windstreken steeds verder verplaatst. Zo slokte De Stad hele nederzettingen, dorpen, wouden en zelfs bergen op.

Dit is ook het verhaal van de jonge Elija en zijn piepjonge zusje Emly, ‘lichter dan een goed zwaard’, die in de uitgestrekte catacomben van De Stad, ergens in de buurt van de Zwelgpoort en de Zaal van de Wachters, van elkaar worden gescheiden door een onderaardse vloedgolf.

En dit is het verhaal van de enige man die geacht wordt een eind te kunnen maken aan de slachtingen van de keizer, die door weinigen ooit in levenden lijve is gezien en over wie zelfs wordt gefluisterd dat hij niet langer menselijk is. Deze mogelijke redder werd in de bovenwereld ooit aangesproken als Shuskara. Ooit was hij de belangrijkste generaal van de keizer, een veteraan uit vele oorlogen. Nu staat hij te boek als gestorven. Wie is hij? Waar is hij gebleven? En leeft hij nog wel…