15176_550455821665213_1923366351_n

Ware duivels zijn het, de meedogenloze Sethos die de landen van Essopia binnenvallen – door hun verschrikkelijke gekrijs verlammen deze demonen hun tegenstanders met pure angst. Waar zij hun voet zetten blijven hun slachtoffers achter als een leeg omhulsel, hun ziel ontstolen aan hun lichaam. Wie overleeft wordt als slaaf weggevoerd.

De vrije landen staan onder grote druk. Ook de jonge Ankmet en zijn moeder, de bogenmaker Mirophet, moeten noodgedwongen hun dorp verlaten. Nagejaagd door de duivelse Sethos vluchten zij naar het beloofde land: Galdameria. Daar zijn de strijders immuun voor de verlammende schreeuw van de demonen, daar woont de enige man die de vrije wereld kan redden: Dolk, de Uitverkorene.

Maar deze Dolk blijkt een wrede en vooral gewelddadige jongeman, die krijgt wat hij wil en doet wat hij wil; met name als er een vrouw in het spel is. Uitgerekend op hem is alle hoop gevestigd om het demonenleger te stoppen.

De onschendbaarheid van Dolk is een doorn in het oog van de rechtvaardige Ankmet, en al helemaal als hij zich vergrijpt aan de beeldschone Smaragd, het meisje op wie Ankmet hopeloos verliefd is. En dus grijpt Ankmet in, maar dat wordt hem bepaald niet in dank afgenomen.